Dat hangt af van 2 dingen:

1. Hoe vol de reserve is
2. Hoeveel de beleggingen hebben opgebracht.

De afspraak is dat de reserve vol is als 7,5% van al het vermogen bij ons fonds in de reserve zit. Dat is dus 7,5% van de waarde van alle pensioenpotten van alle deelnemers bij elkaar plus de omvang van de reserve zelf.

De afspraak is dat we voor het vullen van de gezamenlijke reserve het ‘positieve overrendement’ gebruiken. Vullen kan dus alleen als het een goed jaar was en de beleggingen meer waard zijn geworden (positief overrendement). Dit bekijken we aan het einde van elk jaar.

De afspraken zijn dan:

• Als er positief overrendement is, dan wordt de gezamenlijke reserve met 2% hiervan gevuld.
• Als de gezamenlijke reserve meer dan 7,5% is, dan wordt het meerdere direct verdeeld over de pensioenpotten van alle deelnemers.
• Als we in enig jaar meer uit de gezamenlijke reserve halen om de pensioenen stabiel te houden dan er nog in de reserve zit, dan vullen we deze aan tot € 0 vanuit het eigen vermogen van het fonds. De kans dat dit nodig gaat zijn, is klein.

We gebruiken het geld als het slecht gaat met de economie en de beleggingen minder waard worden. De belangrijkste doelen zijn:

Als het een jaar slecht gaat, willen we de pensioenen niet direct verlagen. We gebruiken het geld uit de gezamenlijke reserve dan om de pensioenen aan te vullen tot het bedrag van het jaar daarvoor. Zo blijven de pensioenen zo stabiel mogelijk. Dit is geen garantie. Als het bijvoorbeeld meerdere jaren achter elkaar slecht gaat of er plots een grote schok is in een bepaald jaar, kan het zijn dat we de pensioenen toch moeten verlagen. De kans hierop is klein.

In een erg slecht jaar kan het zijn dat de pensioenpot op het einde van de maand negatief is. Dat kan gebeuren als u nog niet zoveel geld in uw pensioenpot had. Bijvoorbeeld, omdat u nog niet zo lang bij ons pensioen opbouwt. We vullen uw pensioenpot dan aan tot € 0. Dit geldt alleen voor deelnemers die nog niet met pensioen zijn. De kans hierop is klein.