Op 1 januari 2025 is PWRI overgegaan op de nieuwe regels voor pensioen. Op die dag rekenden we de waarde van uw pensioen uit. Het doel was dat niemand door de overgang erop achteruitging. We wilden het pensioen dat het pensioen dat u met de nieuwe regels krijgt ten minste gelijk bleef aan uw pensioen met de oude regels.
Op 1 januari 2025 verdeelden wij al ons vermogen. Over hoe we dat deden, hebben vakbonden en werkgevers eerder al afspraken gemaakt. De precieze verdeling hing af van hoeveel geld we hadden op 1 januari 2025. Dat was onze financiële positie.
Wat verandert er per 1 januari 2025? Wat blijft hetzelfde? En wanneer is er meer duidelijk over uw vernieuwde pensioen? In deze video geven we antwoord op deze vragen en meer.
Sinds we zijn overgegaan op de nieuwe regels voor pensioen, moeten we verplicht geld opzijzetten voor verschillende doelen. Wij zetten geld opzij voor:
Reserve voor de uitvoering van pensioen
We zetten geld opzij voor de kosten voor de uitvoering van de pensioenen. Deze reserve noemen we ook wel de ‘operationele buffer'. Hiervan betalen we bijvoorbeeld de administratiekosten.
Geld aanhouden voor eigen vermogen
Ook moeten we als pensioenfonds genoeg geld (‘eigen vermogen’) in kas houden.
Reserve om financiële tegenvallers mee op te vangen
Uw pensioen beweegt voortaan meer mee met de economie dan uw pensioen met de oude regels. Uw pensioen kan omhooggaan als het goed gaat met de economie. Maar ook omlaaggaan als het slecht gaat met de economie. Om een verlaging voor mensen die pensioen krijgen zoveel mogelijk op te vangen als het economisch tegenzit, is een goede bescherming afgesproken. Hiervoor wordt geld opzijgezet. Dat geld heet ‘solidariteitsreserve’. Met deze reserve kunnen we de pensioenen van mensen die met pensioen zijn, aanvullen. Zo proberen we zo veel mogelijk te voorkomen dat we pensioenen moeten verlagen. Dit kan alleen als er genoeg geld in de solidariteitsreserve zit.
Is de dekkingsgraad hoog genoeg? Dan konden we volgens de afgesproken regels:
Een compensatie geven aan deelnemers die nog pensioen opbouwen en mogelijk nadeel hadden van de overgang;
Sinds 1 januari 2025 beweegt uw pensioen bij PWRI directer mee met de economie. Als het goed gaat met de economie, dan gaat uw pensioen omhoog. U krijgt dan meer geld van ons fonds. Maar het kan ook slecht gaan met de economie. En u heeft liever niet dat uw pensioen dan omlaaggaat.
Daarom zetten wij sinds 1 januari 2025 geld opzij. Dit noemen wij een reserve (ook wel: solidariteitsreserve). Als het slecht gaat met de economie vullen wij uw ingegane pensioen aan uit die reserve. De kans wordt daarmee erg klein dat uw pensioen daalt. Alleen als het meerdere jaren achter elkaar heel slecht gaat met de economie kan dat het geval zijn. Zo blijft uw pensioen stabiel. Dat kan zolang er geld in deze reserve zit.
Op het moment dat we overgingen op de nieuwe regels vulden we de reserve voor het eerst. Dat was op 1 januari 2025. De reserve vulden we zoveel als mogelijk. Dat deden we met zijn allen.
Sociale partners van PWRI hadden afgesproken dat we minimaal 2,5% en maximaal 5% van al het geld dat wij op dat moment hadden in de reserve stoppen.
Dat kan alleen als PWRI meer geld had dan de waarde van alle pensioenen en de afgesproken minimale reserve die we wilden aanhouden (solidariteitsreserve). Dan mocht het geld dat over was, verdeeld worden. Daarover hebben sociale partners afspraken gemaakt. Zodat er geen groepen zijn die extra voor- of nadeel hadden ten opzichte van andere groepen door de overgang naar de nieuwe regeling. De afspraken werden gemaakt voor de volgende onderdelen:
de verdere vulling van de solidariteitsreserve tot maximaal 5%;
een compensatie van deelnemers die nog pensioen opbouwen en mogelijk nadeel hadden van de overgang;
het betalen van niet (of voor een deel niet) gekregen verhogingen in het verleden.
Hoeveel geld er per onderdeel beschikbaar was, hing af van de hoogte van al het geld dat PWRI bezat op 1 januari 2025.
Wij gaven een toevoeging aan uw pensioen voor in het verleden geen of maar voor een deel gekregen verhogingen. Bijvoorbeeld, omdat onze financiële situatie op dat moment niet goed genoeg was.
In het verleden konden we de pensioenen niet altijd verhogen zoals we wilden. Elk jaar probeerden we dat. Zo’n verhoging noemden wij ‘toeslag’. Met een verhoging zorgden we dat uw pensioen zijn waarde hield. Dat betekende dat u er net zoveel mee kon blijven kopen als de prijzen in de winkels stegen. We mochten de pensioenen niet altijd verhogen als onze financiële situatie (volgens de regels voor toeslagverlening) niet goed genoeg was. Daardoor kan het zo zijn dat uw pensioen in het verleden niet is verhoogd. Of alleen voor een deel.
Was onze dekkingsgraad hoger dan 111% op 1 januari 2025? Dan konden we een toevoeging geven aan uw pensioen voor in het verleden niet of maar voor een deel gekregen verhogingen. Hoe hoger de dekkingsgraad, hoe groter het deel was dat we aan uw pensioen konden toevoegen. Volgens de wet mochten we maximaal 5% van ons fondsvermogen gebruiken om niet gegeven verhogingen uit het verleden alsnog te betalen.