Als u zich vanwege levensovertuiging niet wilt verzekeren, dan spreken we over gemoedsbezwaren. U heeft dan bezwaren tegen iedere vorm van verzekering. U heeft dan geen verzekering voor uzelf of anderen gesloten. Wij kunnen als u gemoedsbezwaren heeft besluiten dat u niet aan de pensioenregeling hoeft mee te doen. Dat geldt ook voor uw werkgever. In plaats daarvan neemt u dan wel deel aan een spaarregeling zonder verzekering. Hieronder leest u hoe dat werkt. U leest ook hoe het werkt als uw werkgever om deze reden niet mee wil doen met het PWRI-pensioen.
Stap 1: Vraag de Sociale Verzekeringsbank om een ‘Ontheffing wegens gemoedsbezwaren’ af te geven.
Stap 2: Stuur na het verkrijgen van de vrijstelling van de SVB uit stap 1 uw verzoek met als onderwerp “Ontheffing wegens gemoedsbezwaren” naar ons per post of per e-mail. Schrijf in dit verzoek dat u geen verzekeringen wilt hebben omdat dit niet past bij uw levensovertuiging. Schrijf erbij dat u daarom ook helemaal geen verzekeringen heeft en ook geen pensioen wilt. Zet uw naam en uw handtekening onder dit verzoek.
Stap 3: U krijgt een brief van ons terug. Daarin staat of wij het met uw verzoek eens zijn. De beslissing wordt genomen op basis van een volledig ingevuld en ondertekend formulier en controle van uw dienstverband. Als wij het hiermee eens zijn, gaat u sparen. Als wij het hiermee niet eens zijn, moet u meedoen met het PWRI-pensioen.
Als u spaart omdat een pensioen niet bij uw levensovertuiging past, dan werkt het als volgt:
Als u overlijdt vóór uw AOW-leeftijd, betalen we het spaargeld dat we van u hebben aan uw partner. Vanaf de maand volgend op de maand waarin u overlijdt, betalen wij elke maand aan uw partner een deel van het opgebouwde spaartegoed uit. Dit doen we 15 jaar lang.
Op basis van het bedrag dat er nog is op het moment van het overlijden van uw partner stellen we nieuwe vaste maandelijkse bedragen vast die we aan de wezen gaan betalen. We betalen vanaf dat moment het overgebleven spaartegoed maandelijks aan uw kinderen onder 25 jaar tot de dag waarop zij 25 jaar worden.
We betalen het overgebleven gespaarde bedrag in één keer uit aan uw erfgenamen. Uw erfgenamen moeten dan aantonen dat zij erfgenaam zijn.
We betalen het overgebleven spaartegoed in maandelijkse bedragen uit aan uw partner. Dit doen we voor de resterende tijd van de oorspronkelijke 15 jaar. De betaling start in de maand volgend op de maand waarin u overlijdt.
Op basis van het bedrag dat er nog is op moment van uw overlijden bepalen we de nieuwe vaste bedragen die we aan de wezen gaan betalen.
We berekenen het bedrag opnieuw en betalen deze tot de dag waarop uw kind 25 jaar wordt.
We betalen het overgebleven gespaarde bedrag in één keer uit aan uw erfgenamen. Uw erfgenamen moeten dan aantonen dat zij erfgenaam zijn.
Als uw werkgever gemoedsbezwaren heeft tegen iedere vorm van verzekering en daarom geen verzekeringen voor zichzelf of voor anderen heeft gesloten, kunnen we besluiten dat uw werkgever niet mee hoeft te doen aan de pensioenregeling en een vrijstelling verlenen.
Wij kunnen iedere 5 jaar weer een nieuwe vrijstelling verlenen als uw werkgever ons hier om vraagt.
We trekken de vrijstelling voor u of voor uw werkgever in als:
Als wij de vrijstelling intrekken zetten wij uw spaartegoed om in een persoonlijk pensioenvermogen.
Wij zetten uw spaarbedrag dan om in een persoonlijk pensioenvermogen.
U neemt gewoon deel aan de regeling. U betaalt dan als volgt: